Deze programma’s kunnen, op aanvraag, verzorgd worden op een door de opdrachtgever gewenste externe locatie. De deelname hiervoor geldt dan voor een groep van minimaal 12 personen. Neem daartoe via het contactformulier contact op met Joop van Velzen!
Ook kan hier als programma een keuze gemaakt worden uit één of meerdere onderwerpen die op deze website zijn aangegeven bij ‘Luister Sessies’!
Deze programma’s worden door ‘Music in Life’ aangekondigd op een door Joop van Velzen gekozen locatie, eveneens bij een minimaal aantal van 12 personen. Inschrijven vindt dan plaats door via het contactformulier contact op te nemen met Joop van Velzen!
Onderwerpen die hier door ‘Music in Life’ voorgesteld worden zijn:
De Aarde van Waarde (5 Colleges)
Entartete (Kunst und) Musik (5 Colleges)
Klassieke Muziek en Beeldende Kunst (5 Colleges)
De Nederlanden van muziekhistorisch belang (5 Colleges)
Hoe kwam klassieke muziek in de Jazz en POP terecht? (5 Colleges)
Vergeten ‘parels’ Klassieke Muziek: die van componistes! (5 Colleges)
De Aarde van Waarde (5 Colleges)
Landschappen, die zich onderdompelen in regen, weer en wind. Bomen, struiken, planten en bloemen, die dat landschap voorzien van de kleuren en geuren. Dit alles is een voortdurende, bijna eeuwige inspiratiebron voor schilders, dichters en …. componisten!
En wat hebben die kunstenaars ons al oneindig veel moois nagelaten! Woorden, regels en klanken, waaruit die inspiratie – zowel visueel als auditief – vorm heeft gekregen, die steeds weer ontroert en ons zowel fysiek als psychisch enorm beïnvloedt. En juist dat wil muziekhistoricus Joop van Velzen van ‘Music in Life’ – Passie voor Klassiek! opnieuw illustreren aan de hand van klassieke muziek van componisten, die dat soort invloeden aan de hand van natuurimpressies (en zélfs vanuit daarop vastgelegde, beschreven dichtregels!) ondergingen!
In deze colleges laat muziekhistoricus Joop van Velzen werken horen van componisten over landschappen, de verschijningsvorm ervan, weersomstandigheden die er op van invloed zijn en die in hun aansprekende klassieke muziek klinkt! Hij lardeert dit met vele geluids- en beeldfragmenten, zodat auditief en visueel, zintuigen geboeid, geprikkeld en verrast zullen worden!
De 5 colleges zijn:
1. Bossen bomen
2. Struiken en jaargetijden
3. Bloeiende planten en bloemen in landschappen
4. Dieren en hun karakters, muzikaal geduid
5. Seizoenen, klimaat en het weer in de klassieke muziek
Entartete (Kunst und) Musik (5 Colleges)
Entartete Kunst is een Duitse term die in nazi-Duitsland (1933-1945) werd gebruikt om kunst aan te duiden die niet aan de eisen van het nationaalsocialistische regime voldeed.
Het ging vooral om moderne kunst uit die tijd, zoals abstracte kunst en het expressionisme. Het betekent in het Nederlands “ontaarde kunst” (of: gedegenereerde), daarbij refererend aan de door de nazi’s wel esthetisch en moreel juist geachte “Arische” kunst.
De term entartet (gedegenereerd) werd na 1938 ook voor de (klassieke) muziek in het leven geroepen: Entartete Musik. Het werd gebruikt voor muziekstromingen als jazz(arrangementen), atonale muziek, en boven alles alle muziek van joodse componisten. ‘Nationalistische muziek’, vermoedelijk muziek met folklore-achtige elementen en die patriottische gevoelens zou kunnen losmaken, was ook verdacht. Al deze muziek werd in de ban gedaan. Het was voor het eerst in de mensheid dat ras bepaalde of muziek goed of niet goed was. Raciale doctrine, Wagneriaans antisemitisme en Arische suprematie bepaalden voortaan het muziekleven. Door deze maatregel werd het muziekleven in Duitsland, en alle andere bezette gebieden, uitermate eentonig. Na de aanval van nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie was het ook niet meer toegestaan Russische muziek uit te voeren.
Binnen een enkele generatie had het culturele hart van Centraal-Europa een totaal ander aanzien gekregen. Na de oorlog kon slechts een fractie van wat voorheen was, hersteld worden. Nog steeds, inmiddels al meer dan zeventig jaar na de machtsovername van de nazi’s kunnen we ons nauwelijks een beeld vormen van wat was en wat verloren is gegaan. Deze 5 presentaties van muziekhistoricus Joop van Velzen zal daaraan een meer dan overtuigende bijdrage leveren.
De 5 colleges zijn:
1. Oorsprong van het begrip; ontwikkeling tijdens de Weimar-republiek (1918-1933);
2. Muzikaal modernisme bij componisten en de reactie van recensenten en critici op hun ‘verboden en vergeten muziek’
3. Muzikale ballingschap na 1933; verdergaand verbod en verbanning
4. Entartete Musik na 1945
5. Vervolgde componisten in Nederland
Klassieke Muziek en Beeldende Kunst (5 Colleges)
‘Kunst is niet een doel op zich, maar een manier om de mensheid aan te spreken’, vond componist Modest Moessorgski. Als het gaat om het verweven van muziek en beeldende kunst bracht de Rus het misschien wel beroemdste voorbeeld voort met zijn ‘Schilderijen van ’n tentoonstelling’. Oorspronkelijk was dat werk een pianostuk, maar het werd bekender in de orkestratie van de Fransman Maurice Ravel. In deze muziek eerde Moessorgski een vroeg overleden vriend Viktor Hartmann.
Een vakgenoot van Moessorgski liet zich inspireren tot muziek door een ander kunstwerk. Ruim dertig jaar later werd Sergei Rachmaninov – gedurende een bezoek aan Parijs – getroffen door een reproductie in zwart-wit van het schilderij Die Toteninsel van de Zwitserse schilder Arnold Böcklin.
Niet alleen in Rusland, maar ook elders rond het begin van de negentiende eeuw gingen muziek en schilderkunst een mooie liaison aan. In Spanje maakte Enrique Granados zijn pianosuite Goyescas, met in zijn achterhoofd de schilderijen van zijn landgenoot Francis Goya. Welke werken het precies betreft, wordt uit de muziek en de titels niet duidelijk.
De verhouding tussen muziek en beeldende kunst ontwikkelde zich daarna gestaag verder. Af en toe pakte een componist het thema weer op. De Italiaan Ottorino Respighi – een meester in de orkestrale klankkleur – toonzette drie schilderijen van renaissancekunstenaar Botticelli, waaronder de beroemde kunstwerken La Primavera en De geboorte van Venus. En de Tsjech Bohuslav Martinu vertaalde zijn bewondering voor de fresco’s van Piero della Francesca in Arezzo in muziek.
Muziek van klassieke componisten bewijst dat zij – geïnspireerd door kunstwerken (schilderijen, beeldhouwwerken) – tot componeren kwamen en dat, anderzijds, hun noten van alles kunnen oproepen, ook beelden. Of zoals Leopold Stokowski het eens formuleerde: ‘Kunstenaars schilderen hun beelden op doek, componisten schilderen hun beelden op de stilte.’
De 5 colleges zijn:
1. Religieuze, bijbelse en cultureel-historische afbeeldingen – bronnen voor kunstenbaars en componisten
2. Gravures, etsen, pentekeningen, karikaturen – betekenis- en klankvol ‘lijnenspel’
3. De componist/musicus als ‘onderwerp’, ook als schilder en grafisch artiest
4. Moderne kunst en klassieke muziek (Braque, Picasso, Zadkine, Margritte, Gris, Thielen, e.a.)
5. Directe beïnvloeding tussen componisten en schilders (o.a. Kandinsky & Schönberg, Klee & Boulez, Hartmann & Mussorgski, Goya & Granados, Böcklin & Rachmaninov)
De Nederlanden van muziekhistorisch belang (5 Colleges)
In de 15de en de eerste helft van de 16de eeuw beleefden Hertogdommen Brabant en Gelre én de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een ‘Gouden Eeuw’ van economische en culturele bloei en behoorden deze regio’s in de internationale politiek in West-Europa tot de koplopers.
De vele kerken en kloosters hebben een belangrijke rol gespeeld in de verdere ontwikkeling van de vocale en instrumentale, religieuze én wereldlijke muziek. In tal van steden in het Hertogdom zijn componisten actief met het schrijven van muziek, alsook het rijk geïllustreerd produceren en uitgeven van deze werken. Daarnaast volgde op de cultuur van de troubadours, trouvères en Minnesänger een ontwikkeling die ook muziek dichterbij ‘het volk’ bracht. Vedelaars, pijpers en trommers – in dienst van steden – vermaakte de bevolking tijdens festivals, zowel als de hovelingen tijdens de vele banketten en danspartijen. De functie en betekenis van ‘speellieden’ nam toe en zorgden voor muzikale ontspanning en vermaak. Ook de ensemblemuziek ontwikkelde zich, met belangrijke muziekbeoefening in kastelen en privé tijdens huisconcerten bij de beter gesitueerden! Tijdens deze periode werden er zelfs instrumenten toegepast, als ondersteuning van de zang van motetten en missen in kerken en kathedralen.
In verschillende bepalende steden van Hertogdom Brabant (o.a. Antwerpen, Mechelen, Leuven, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Breda), van Hertogdom Gelre (Roermond, Venlo, Nijmegen, Arnhem, Deventer en Zutphen), maar ook in de Republiek, heeft de zich ontwikkelende – religieuze en wereldlijke – muziek belangrijke bijdragen geleverd aan de verdere muziekhistorisch belangrijke periodes van daarna in de 17de en 18de eeuw!
De 5 colleges zijn:
1. Hertogdom Brabant: de ontwikkeling van de (kerkelijke én wereldlijke muziek in steden als Luik, Maastricht, Leuven, Brussel, Mechelen, Antwerpen, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Breda en Bergen op Zoom.
2. Hertogdom Gelre: de ontwikkeling van de (kerkelijke én wereldlijke muziek in steden als Roermond, Venlo, Nijmegen en omgeving (Boxmeer, Grave), Arnhem, Deventer en Zutphen.
3. De Republiek I: Holland 1 – de ontwikkeling van de (kerkelijke én wereldlijke muziek in steden als Alkmaar, Hoorn, Amsterdam, Haarlem, Leiden, Den Haag en Delft.
4. De Republiek II: Holland 2 – de ontwikkeling van de (kerkelijke én wereldlijke muziek in steden als Gouda, Dordrecht, Rotterdam en Middelburg.
5. De Republiek III: de ontwikkeling van de (kerkelijke én wereldlijke muziek in steden als Groningen, Leeuwarden, Zwolle en Kampen.
Hoe kwam klassieke muziek in de Jazz en POP terecht? (5 Colleges)
Klassieke muziek is origineel bedoeld om gehoord te worden in een akoestische setting met een indrukwekkende zaal eromheen. Toch werkt het goed met een flinke laag technologie als je ziet hoe diep de klassieke invloeden te vinden zijn in populaire moderne muziek, zowel in de jazz als in de pop- en dance-muziek.
Als we kijken naar de geschiedenis dan zijn er een aantal voorbeelden te vinden van het gebruik van bestaande composities uit de klassieke muziek die gebruikt zijn in het maken van pop en dance. Ook het integreren van elementen uit de klassieke muziek is een manier om deze vormen van moderne, populaire muziek en klassieke muziek met elkaar te mengen tot een aansprekend geheel. Reeds in de 20ste eeuw, maar met name in de 21 eeuw lijkt er een grote fusie te ontstaan op het gebied van klassieke muziek en pop. Het is ‘hip’ om tegenwoordig verschillende muziekgenres met elkaar te vermengen tot een groot succes. In vroegere tijden was er altijd wat spanning tussen klassieke muziek en popmuziek. De twee muziekgenres verschilden te veel van elkaar om samen tot een mooi geheel te komen. Dat is tegenwoordig wel anders! De vriendschap tussen klassiek en pop lijkt steeds hechter te worden met prachtige muziek als gevolg!
Jazz en klassieke muziek hebben hun eigen expressievormen. Beide zijn westerse cultuurproducten, al is de eerste met zijn honderd jaar nog relatief jong en kan de tweede bogen op een eeuwenoude traditie. Hoewel er tussen jazz en klassieke muziek momenteel nauwelijks meer animositeit bestaat – de huidige ontwikkelingen lijken de muzikale verschillen in sommige gevallen zelfs op te heffen – was dat in de eerste helft van de twintigste eeuw bepaald anders.
Thans is de in het algemeen in de klassieke muziek onderontwikkelde ritmiek bijvoorbeeld door de invloed van de jazz hier en daar wat sterker aangezet. Waardering en bewondering was er daarnaast voor geavanceerde instrumentale vaardigheden, de improvisatie en de meer symfonisch georkestreerde jazzmuziek. Dus uiteindelijk ook hier enige toenadering en wederzijdse beïnvloeding!
De 5 colleges zijn:
1. Klassieke (meester)werken uitgevoerd in Jazzy-stijl.
2. Klassieke componisten die Jazz-muziek ‘schrijven’.
3. Jazz-componisten/-musici die ‘Klassiek’ componeren.
4. Klassieke muziek in de pop-muziek – hits gebaseerd op ‘oude knarren’!
5. Zonder klassiek geen pop- en dance-muziek.
Vergeten ‘parels’ Klassieke Muziek: die van componistes! (5 Colleges)
Voor de vrouw als componist heeft zich in de loop van de laatste 10 eeuwen nauwelijks belangstelling ontwikkeld. En waar die ontstond raakte deze al snel vertekend door een aantal ‘impliciete vooronderstellingen’. Het wordt dus tijd voor een serieuzere benadering van vrouwelijke componisten. Het onderwerp verdient een plaats op het terrein van de geijkte muziekhistorische wetenschapsbeoefening en ook de toegang tot de muziek dient meer aandacht te krijgen. In de laatste jaren is door tal van musicologen, zowel in Duitsland, Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten, als ook in Nederland, intensief onderzoek verricht naar leven en werken van vrouwelijke componisten.
Daarom is deze korte serie van 5 colleges bedoeld als poging om de vrouwelijke componisten én hun muziek meer recht te doen. Dan zal blijken dat het vrouwen zeker vergund is in de schaduw, zelfs in het voetspoor van representatieve – mannelijke – muziekscheppers te treden.
Zonder enige pretentie om te komen tot een volledig historisch overzicht van alle vrouwelijke componisten, biedt muziekhistoricus Joop van Velzen, in deze ‘Music in Life’-colleges inzicht in de muziek van o.a.: Sappho (7de /6de eeuw v. Chr.), Kassia (8ste eeuw n. Chr.), Hildegard von Bingen, Francesca Caccini, Marianne Martines, Fanny Mendelssohn, Clara Schumann, Louise Farrenc, Barbara Strozzi, Alma Mahler-Werfel, Germaine Tailleferre, Nadia Boulanger, Amy Beach en Florence Price en Galina Ustvolskaja en Sofia Goebaidoelina. Ook komen Nederlandse componistes aan bod, o.a. vanaf Josine van Aerssen-van Boetzelaer uit de 18de eeuw, via Catharina van Rennes in de 19de eeuw, Henriëtte Bosmans en Catharina van Renes tot aan de hedendaagse Sonja Beets, Caroline Ansink en Mathilde Wantenaar.
Niet alleen hun compositorisch oeuvre, maar ook aan de maatschappelijke omstandigheden waaronder vrouwelijke componisten hebben gewerkt, wordt aandacht besteed.
De 5 colleges zijn:
1. De nalatenschap van componistes tot en met de Renaissance.
2. Barok en Classicisme – werkelijke ‘parels’ dienen zich aan!
3. Romantiek – componistes als ‘kwalitatieve evenknie’ van mannelijke collega’s!
4. Van de 19de naar de 20ste eeuw – gestage ontwikkeling in een ‘parallelle’ wereld!
5. Componistes in de tweede van 20ste en de 21 ste eeuw.
Deze programma’s kunnen, op aanvraag, verzorgd worden op een door de opdrachtgever gewenste externe locatie. De deelname hiervoor geldt dan voor een groep van minimaal 12 personen. Neem daartoe via het contactformulier contact op met Joop van Velzen