Voorjaar 2022 in uitvoering:
HOVO Tilburg
Deel 1 van de Leergang “Geschiedenis van de Klassieke Muziek”
In deze eerste cursus van de leergang komt de muziek van de Primitieven, de Cultuurvolken en de Antieken tot klinken. Allereerst beelden en klanken uit de volken van Mesopotamië, zoals de Soemeriërs, Akkadiërs, Assyriërs en Phoeniciërs. Vondsten van inscripties op kleitabletten en papyrusrollen leidden tot ontcijfering van informatie aangaande instrumentengebruik, tekst en voorschriften voor de uitvoering.
Daarna volgt de muziek van het ‘oude’ Egypte: hierbij speelt de ware explosie in nieuwe, dan wel verder doorontwikkelde instrumenten een belangrijke rol. Ook de toepassing van muziek ter ondersteuning van de dans is een nieuwe bijdrage van de Egyptische cultuur. Muziek kreeg dan ook verschillende functies (zorgen vergeten, plezier maken en de goden eren door middel van hymnen).
Echter, uiteindelijk ging ook deze cultuur te gronde en viel zij ten prooi aan de Grieken en Romeinen. Muziek speelde bij de Oude Grieken een belangrijke rol in de samenleving. Het werd duidelijk hoe zij muziek speelden (op slag-, snaar- en blaasinstrumenten), hoe het geklonken moet hebben en welke functie het had in de maatschappij. Muziek in het Oude Rome was grotendeels een mengelmoes van verschillende invloeden. Vanwege de omvang van het Romeinse Rijk waren er invloeden uit West- en Noord-Europa, Azië, Afrika, het gebied van de Etrusken, uit het Oude Egypte en vooral uit Griekenland. Vanuit deze invloeden ontwikkelden de Romeinen hun eigen muziek.
Na de val van het West-Romeinse Rijk ontstond in de Westerse wereld de eenstemmige muziek van het Gregoriaans, dat zich vanaf de 8ste eeuw verspreidt over de kerken van Italië, Zuid-Frankrijk, Noord-Afrika en Spanje. Zij ontstond wellicht door een vermenging van het Oud-Romeinse repertoire en de Gallicaanse zang. Hierna klinkt de muziek van de vele rondtrekkende zangers, zoals troubadours en trouvères in Frankrijk, de Minnesänger en Meistersinger in Duitsland en de barden en minstrelen in Engeland, Schotland, Wales en Ierland. Deze eerste cursus eindigt daarna met de ontwikkeling van de meerstemmige muziek in de Middeleeuwen, met aandacht voor de Ars antiqua van o.a. de Notre Dame School en de daarop volgende Ars nova. Tenslotte komt de muziek van de late Middeleeuwen in Frankrijk en Italië aan bod, inclusief de focus op de (doorgaans onbekende) werken van vrouwelijke componisten!
HOVO Utrecht
“Wervelende Klassieke Muziek”
Tijdens deze zogenaamde Luistermiddagen worden de meest aansprekende werken van een drietal componisten gepresenteerd en kort toegelicht: één uit de Renaissance/Barok, één uit de Romantiek en één uit de moderne tijd (Steeds minimaal één componiste!). Naast achtergrondinformatie wordt hun plaats en betekenis in de muziekgeschiedenis toegelicht.
15 februari | Doortastende Desprez, Donizetti en Derbyshire |
15 maart | Grandioze Gabrieli, Gounod en Goebaidoelina |
12 april | Sensitieve Sammartini, Schumann en Shostakovitsj |
10 mei | Toonaangevende Tartini, Tailleferre en Takemitsu |
7 juni | Charmante Caccini, Choin en Cage |
HOVO Nijmegen
“Wervelende Klassieke Muziek”
Tijdens deze zogenaamde Luistermiddagen worden de meest aansprekende werken van een drietal componisten gepresenteerd en kort toegelicht: één uit de Renaissance/Barok, één uit de Romantiek en één uit de moderne tijd (Steeds minimaal één componiste!). Naast achtergrondinformatie wordt hun plaats en betekenis in de muziekgeschiedenis toegelicht.
17 februari | Bekoorlijke Boccherini, Berlioz en Beach |
24 maart | Fabelachtige Frescobaldi, Farrenc en Finzi |
14 april | Tintelende Tallis, Tsjaikovsky en Tsoupaki |
12 mei | Doortastende Desprez, Donizetti en Derbyshire |
9 juni | Toonaangevende Tartini, Taneyev en Tailleferre |
Najaar 2022 in uitvoering:
HOVO Tilburg
Deel 2 van de Leergang “Geschiedenis van de Klassieke Muziek”
In Deel II van de Leergang “Geschiedenis van de Klassieke Muziek” komen de vocale meerstemmigheid én de ontwikkeling van de instrumentale muziek van de Renaissance en de Barok aan de orde, alsook de ‘uitloper’ naar de élegante’ periode van de Rococo. Opnieuw herkenbare en bijna ‘organische’ doorontwikkelingen vanuit de periodes daarvoor, waardoor overzicht en inzicht ontstaat en in een chronologisch verloop de belangrijkste muzikale ontwikkelingen aan bod komen. Het waren vooral Nederlandse, Vlaamse en Franse componisten die de Europese muziek tot in de 16e eeuw bepaalden: Jacob Obrecht, Heinrich Isaac, Nicholas Gombert, Jacobus Clemens non Papa, Adriaen Willaert. Echter, de belangrijkste was Josquin Desprez, later met de bijnaam ‘de Mozart van de vocale meerstemmigheid’, omdat hij virtuoze beheersing van het materiaal op geniale wijze voor de luisteraar wist te verhullen. Zijn muziek klinkt daardoor eenvoudiger dan ze is. Vandaar ook dat Maarten Luther hem de ‘notenmeester’ noemde. Bij deze componist schikken de noten zich naar de wil van de meester, terwijl anderen zich hebben te voegen naar de wetmatigheden van de tonen.
De schitterende muziek van componisten uit de Renaissance vormt in al zijn aspecten een prachtige ‘opmaat’ naar de ontwikkeling van zowel de vocale als de instrumentale muziek van de Barok, met als hoogtepunt en synthese het leven en werk van componisten als Georg Friedrich Händel en Johann Sebastian Bach. Daarna wordt het bijzonder interessant om te zien en te horen hoe de klassieke muziek de overgang maakt naar het tijdperk van verlichting en galanterie, de Rococo, als voorbereiding op de prae-romantiek en het Classicisme.
Uitgangspunt blijft de evolutie door de eeuwen heen van zowel de geestelijke als de wereldlijke genres. De grote componisten en hun meesterwerken, uit wat later de ‘canon van de klassieke muziek’ is gaan heten, zijn hierbij de klinkende illustraties. Uiteraard is in dit deel van de leergang ook weer aandacht voor de structuur en opbouw van de muziek. Ook die veranderden geleidelijk met de tijd en zijn daarom onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de ‘klassieke muziek’. Op een effectieve wijze – met beeld- en geluidsfragmenten – worden teksten en de muziek gepresenteerd en geïllustreerd, met als eindresultaat een uitermate representatief overzicht en inzicht in de belangrijkste componisten en hun werken.
HOVO Utrecht en HOVO Nijmegen
De geschiedenis van de Westerse muziek omvat meer dan 2000 jaar. Voor vele muziekliefhebbers is ze een onoverzichtelijk en ondoordringbaar doolhof van stijlen, namen en composities. Deze nieuwe leergang biedt overzicht en inzicht: wanneer de muziekgeschiedenis chronologisch wordt doorlopen, blijkt echter al snel hoe de muziek zich sinds de vroege Middeleeuwen op een logische, bijna natuurlijke manier ontwikkelt. Via de Renaissance, Barok, het Classicisme en de Romantiek zijn de 20ste en 21ste eeuw herkenbare en bijna ‘organische’ doorontwikkelingen vanuit de periodes daarvoor! Voortbouwend op datgene wat er al is, juist radicaal brekend met geëffende paden, soms toch weer teruggrijpend op vervlogen stijlen en technieken – de muziekgeschiedenis vertelt een uniek, samenhangend verhaal.
In deze vijfdelige leergang van steeds acht colleges per semester staat de ontwikkeling van de Westerse muziekgeschiedenis centraal. Uitgangspunt is de evolutie door de eeuwen heen van zowel de geestelijke als de wereldlijke genres. De grote componisten en hun meesterwerken, uit wat later de ‘canon van de klassieke muziek’ is gaan heten, zijn hierbij de klinkende illustraties. Daarnaast bieden de maatschappelijke, religieuze en historische context een vollediger beeld van de plaats die muziek in de verschillende tijden heeft ingenomen en hoe zij gewaardeerd werd. Ook andere buitenmuzikale invloeden van onder meer de Klassieke Oudheid, de literatuur en niet-Westerse culturen zijn vaak doorslaggevend geweest in het denken over en het componeren van muziek. Uiteraard is in de leergang ook aandacht voor de structuur en opbouw van de muziek. Ook die veranderden geleidelijk met de tijd en zijn daarom onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de ‘klassieke muziek’.
De talrijke stromingen en hun exponenten die hebben bijgedragen tot de veelkleurige en boeiende geschiedenis van de klassieke muziek, worden in een brede cultuurhistorische context geplaatst. Voor iedereen die zich als liefhebber wil verdiepen in de ontwikkeling van die westerse klassieke muziek door de eeuwen heen, zal deze Leergang onmisbaar blijken!